View Online


November 2024

DEONTOLOGISCHE NIEUWSBRIEF

Informatie en bronnen voor psychologen​

BELAGING DOOR EEN (EX-) CLIËNT

​Samenvatting
  1. Wat te doen bij belaging?
  2. Aangifte en beroepsgeheim
  3. Conclusie   
Het beroep van psycholoog brengt niet alleen de verantwoordelijkheid met zich mee om cliënten/patiënten te begeleiden en te ondersteunen, maar kan soms ook onverwachte uitdagingen met zich meebrengen.  
De afgelopen jaren is er een verontrustende stijging te zien in het aantal meldingen van belaging/stalking door (ex-)cliënten. Dit kan zich onder meer uiten in herhaaldelijke telefoontjes, e-mails of zelfs onverwachte bezoeken, wat een bedreiging kan vormen voor de veiligheid en de gemoedsrust van een psycholoog. Hoewel er geen standaardprocedure bestaat, is het van groot belang dat psychologen goed voorbereid zijn op dergelijke situaties.  
In deze nieuwsbrief bespreken we welke maatregelen psychologen kunnen nemen om zichzelf te beschermen en hoe zij effectief kunnen omgaan met dergelijke situaties.  

Wat te doen bij belaging? 

Naast het informeren van de (ex-)cliënt over de onaanvaardbaarheid van dergelijk gedrag, is het belangrijk dat psychologen ook preventieve maatregelen nemen om hun veiligheid te waarborgen. Hieronder vindt u een stappenplan dat kan helpen bij het omgaan met situaties van stalking of belaging:
  1. Allereerst is het cruciaal om professioneel grenzen te stellen. Dit houdt in dat u de cliënt/patiënt duidelijk informeert over welk gedrag onaanvaardbaar is en welke mogelijke gevolgen hieraan verbonden zijn indien dit niet stopt, zoals onder andere het beëindigen van de therapeutische relatie.
  2. Bij deontologische vragen is het essentieel om overleg te plegen met collega’s via intervisie of supervisie, met respect voor het beroepsgeheim. Het bijhouden van notities over dit reflectieproces helpt om weloverwogen beslissingen te nemen. 
  3. Als het ongewenste gedrag aanhoudt, is het belangrijk om alle vormen van contact, zoals ongewenste e-mails, berichten, telefoontjes en onverwachte bezoeken aan uw praktijk of uw thuisadres, zorgvuldig te documenteren. Deze documentatie kan dienen als bewijs indien juridische stappen noodzakelijk worden.
  4. In sommige situaties kan het beëindigen van de therapeutische relatie noodzakelijk zijn. Artikel 34 van de deontologische code stelt dat een psycholoog in geval van ziekte, belangenconflicten of moreel onvermogen die een gebrek aan objectiviteit of een beperking van zijn beroepscompetenties met zich meebrengen de cliënt of proefpersoon moet verzoeken om zich tot een vakgenoot te wenden. Op die manier kan de zorgcontinuïteit gegarandeerd worden.
  5. Blijft het gedrag na het beëindigen van de therapeutische relatie voortduren en voelt dit bedreigend of intimiderend aan? Dan kan aangifte bij de politie overwogen worden, aangezien belaging een strafbaar feit is.

Aangifte en beroepsgeheim

Wanneer een psycholoog aangifte doet van belaging bij de politie, kunnen er vragen rijzen omtrent het beroepsgeheim. Na het beëindigen van de therapeutische relatie met de cliënt/patiënt blijft het beroepsgeheim immers van kracht. Dit wordt bevestigd door artikel 4 van de deontologische code, dat bepaalt dat de toegekende beschermingsgraad onomkeerbaar is. 
Dit neemt echter niet weg dat psychologen het recht hebben om aangifte te doen/ een klacht in te dienen bij de politie of rechtstreeks bij de onderzoeksrechter (met burgerlijke partijstelling) wanneer zij slachtoffer worden van een misdrijf. Meer informatie over het misdrijf “belaging” kan u terugvinden in Hoofdstuk IVbis van het Strafwetboek dat u hier kunt raadplegen.  
Het kan daarbij beargumenteerd worden dat het beroepsgeheim niet geldt voor de aangifte van het misdrijf zelf, vermits het hier niet gaat om geheimen die de psycholoog door en tijdens de uitoefening van diens beroep heeft vernomen. De psycholoog dient zich er wel van te onthouden om informatie bekend te maken die de cliënt/patiënt tijdens de behandeling aan de psycholoog heeft toevertrouwd om te vermijden dat er op die manier sprake zou zijn van een schending van het beroepsgeheim. Zo zou de naam van de cliënt/patiënt kunnen worden vermeld bij een aangifte bij de politie, zonder dat daarbij vermeld kan worden dat het gaat om een cliënt/patiënt. 
Bij vragen over hoe de psycholoog de betrokkene kent, mag de psycholoog dan ook niet antwoorden (men kan hierbij het beroepsgeheim inroepen).  
De psycholoog kan wel suggereren om een verklaring af te leggen bij de onderzoeksrechter (ten aanzien van wie de psycholoog het beroepsgeheim niet moet doorbreken, maar wel kan doorbreken in de context van een getuigenis in rechte). 
We raden aan om, voorafgaand aan de aangifte, nogmaals in gesprek te gaan met de cliënt/patiënt om uit te leggen waarom de begeleiding diende te stoppen en een doorverwijzing noodzakelijk was. 

Conclusie

Het is belangrijk om waakzaam te zijn en de (ex-)cliënt tijdig te wijzen op het ongewenste gedrag. Wanneer u twijfelt over hoe u de situatie het beste aanpakt, kan u steeds contact opnemen met de studiedienst van de Psychologencommissie via studiedie​nst@compsy.be.  


In deze nieuwsbrief richten we ons specifiek op belaging. Uiteraard gelden onze aanbevelingen over het beroepsgeheim en het contact opnemen met de politie ook wanneer u slachtoffer wordt van een ander soort misdrijf, zoals bv. bedreiging, mishandeling, diefstal of identiteitsdiefstal. 
           
Uitschrijven | Contact

© 2024  Alle rechten voorbehouden