Het gedeeld beroepsgeheim van psychologen 

hero logo image

Artikel 14 van de deontologische code omschrijft de specifieke voorwaarden waaronder een psycholoog gegevens mag delen op basis van het leerstuk van het gedeeld beroepsgeheim.

Art.14[1]:

Het gedeelde beroepsgeheim: de psycholoog kan op eigen verantwoordelijkheid vertrouwelijke gegevens waarover hij beschikt delen om de doeltreffendheid van zijn werk te optimaliseren. Hiertoe past hij de gebruikelijke cumulatieve regels betreffende het gedeelde geheim: Voorafgaande inlichting en akkoord van de bewaarder van het geheim, uitsluitend in het belang van deze laatste, beperkt tot wat strikt noodzakelijk is, uitsluitend met personen die aan het beroepsgeheim onderworpen zijn en die in het kader van eenzelfde opdracht handelen.

Compsy presentation

De voorwaarden uit artikel 14 onder de loep 

1. U hebt de cliënt/patiënt voorafgaand ingelicht.


Het is belangrijk dat u de cliënt/patiënt op voorhand informeert over de uitwisseling van informatie. Zo krijgt u de kans om het belang en het doel toe te lichten, maar krijgt de cliënt/patiënt ook de ruimte om bijkomende vragen te stellen en zich eventueel te verzetten tegen de doorgave van informatie [2] .

Waarover moet u de cliënt informeren ?

Bespreek de volgende elementen met uw cliënt/patiënt [3]  : 


  • het feit dat u informatie beoogt uit te wisselen ;
  • het doel van deze gegevensuitwisselingen ; 
  • de personen met wie u zal uitwisselen ; 
  • de inhoud van de gegevensoverdracht. 


Hoe moet u de cliënt informeren ?

Hierover bestaan er geen concrete regels. Sommige psychologen lichten dit mondeling toe tijdens het intakegesprek, terwijl in zorginstellingen meestal met een onthaalbrochure werken waarin de regelgeving rond gegevensdeling wordt toegelicht.


Werkt u met een schriftelijk document dat u overhandigt aan de cliënt? Ga dan ook zeker via een gesprek na of de cliënt de gegeven informatie heeft doorgenomen en begrepen. Dit is ook aangewezen voor psychologen die in zorginstellingen werken met een onthaalbrochure die niet door henzelf werd overhandigd.

2. De cliënt/patiënt gaat akkoord met de uitwisselen van informatie.


Toestemming van de cliënt is een vereiste om gegevens te mogen delen. Hieruit volgt dat u geen informatie mag uitwisselen wanneer uw cliënt aangeeft dat deze niet akkoord gaat met een gedeelte van of met de gehele informatie-uitwisseling [4]. Indien de cliënt zich zou verzetten tegen de uitwisseling van bepaalde informatie met een bepaalde persoon, moet u dit respecteren..

De code is minder duidelijk over de manier waarop u deze toestemming in eerste instantie moet bevragen en bekomen:

  • uitdrukkelijk of stilzwijgend ? 
  • • éénmalig of herhaaldelijk ?

Een uitdrukkelijk of een stilzwijgend akkoord?

Voorbeeld:

  • Een stilzwijgend akkoord : U deelt mee aan de cliënt dat u informatie zal doorgeven aan de huisarts. De cliënt reageert hier niet op. Hieruit leidt u af dat deze diens toestemming geeft voor de uitwisseling van informatie.
  • Een uitdrukkelijk akkoord : U legt uit dat u informatie wil doorgeven aan de huisarts en u vraagt expliciet aan de cliënt of deze hiermee akkoord gaat. De cliënt antwoordt hierop bevestigend.
Compsy presentation

Noch de code, noch de rechtsleer spreekt zich hier op een eenduidige manier over uit. Volgens sommigen is een afwezigheid van verzet in principe voldoende om gegevens te delen [5] (een stilzwijgend akkoord). Anderen volgen deze visie niet en stellen dat u die toestemming actief en uitdrukkelijk aan de cliënt moet vragen. Deze kan vervolgens mondeling of schriftelijk worden bevestigd (een uitdrukkelijk akkoord).


Een eenmalig akkoord of te herhalen bij elke gegevensdeling ? 


In principe volstaat een eenmalig akkoord bij aanvang van uw tussenkomst, toch voor zover de gegevensuitwisseling uiteraard kadert binnen de afspraken die op voorhand werden gemaakt.


Wanneer u tot een informatieoverdracht overgaat die duidelijk niet kadert binnen de vooraf gemaakte afspraken, is het aangewezen om voorafgaand aan deze uitwisseling opnieuw de toestemming van de cliënt vragen.  

Tip :

Het kan aangewezen zijn om in het cliënten- of patiëntendossier de verschillende uitwisselingen met uw cliënt aangaande het delen van informatie over hem/haar te documenteren, vooral als de mening van de cliënt in kwestie hierover evolueert.

Compsy presentation
3. U wisselt alleen gegevens uit voor zover dit het belang van de cliënt dient.


U mag alleen informatie delen voor zover dit het belang van uw cliënt dient op vlak van de continuïteit of de kwaliteit van uw tussenkomst [6]. Het is bovendien belangrijk dat u in deze afweging uw cliënt actief betrekt en u zich niet louter laat leiden door wat u meent dat in diens belang is [7].  


4. De persoon met wie u informatie uitwisselt is ook aan het beroepsgeheim gebonden. 


U mag alleen informatie uitwisselen met personen die ook onder het beroepsgeheim vallen. Op deze manier blijft het vertrouwelijke karakter van de doorgegeven informatie beschermd  [8].


Of deze personen ook psycholoog zijn, is van geen belang [9]. U kunt dus ook gegevens delen met andere ‘soorten’ beroepsbeoefenaars, zoals bijvoorbeeld artsen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten. Dit uiteraard enkel voor zover de andere voorwaarden hiertoe vervuld zijn: “Het gedeeld beroepsgeheim is geen uitgesmeerd beroepsgeheim waarbij confidentiële gegevens zich als een inktvlek mogen verspreiden over alle personen die gebonden zijn door het beroepsgeheim". [10]


Familieleden van de cliënt en personen die louter aan een discretieplicht zijn gebonden[11] bijvoorbeeld leerkrachten) vallen in elk geval niet onder deze categorie. Met hen kunt u dus geen informatie uitwisselen in het kader van het gedeelde beroepsgeheim. Dit neemt niet weg dat er andere gronden tot gegevensdeling voorhanden kunnen zijn. 

5. De persoon met wie u informatie uitwisselt, handelt in het kader van dezelfde opdracht.


De persoon met wie u gegevens uitwisselt moet optreden in het kader van dezelfde opdracht ten opzichte van uw cliënt. Dit betekent dat de persoon optreedt vanuit een gelijkaardige context en vanuit dezelfde doelstellingen [12].

Voorbeeld

De finaliteit van een psycholoog die een juridische expertise uitvoert is niet hetzelfde als die van een psycholoog die therapie verleent [13]. De eerste moet aan de rechter alle nuttige informatie doorgeven die binnen diens afgebakend mandaat valt. Deze informatieoverdracht kadert duidelijk niet altijd in het belang van de cliënt. De opdracht staat immers niet in het teken van zorgverlening, maar wel in het onderzoeken van een bepaalde situatie ten behoeve van een gerechtelijk onderzoek. In het kader van het gedeelde beroepsgeheim kan er geen gegevensoverdracht plaatsvinden tussen deze twee psychologen. Ook advocaten en leerkrachten treden in principe op met andere finaliteit dan een psycholoog met een hulpverlenende functie.


De finaliteit van een psycholoog, verpleegkundige en psychiater die samen instaan voor de begeleiding en verzorging van alzheimerpatiënten, loopt doorgaans wel gelijk. Tussen hen kan er dus sprake zijn van een gedeeld beroepsgeheim. Een zelfstandig psycholoog kan in het kader van het gedeelde beroepsgeheim bijvoorbeeld ook samenwerken met een huisarts, waarbij informatie wordt uitgewisseld zodat elk van beiden de begeleiding optimaal kan afstemmen op de cliënt.

Compsy presentation
6. U beperkt zich tot wat strikt noodzakelijk is. 


De informatie die u doorgeeft moet ‘need-to-know’ zijn en niet ‘nice-to-know’. Het gedeelde beroepsgeheim is dus niet van toepassing op de uitwisseling van informatie die louter nuttig is voor de ontvanger [14]. Merk op dat dit een strenger criterium is dan het delen van informatie in het kader van artikel 19 van de Kwaliteitswet [15]. Cet article est également une application de la doctrine du secret professionnel partagé, cette fois dans le contexte spécifique de la poursuite ou de l'achèvement d'un diagnostic ou d'un traitement. Lorsque cet article s'applique, il s'agit d'informations nécessaires et utiles.

Sources

[1] Koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de psycholoog. 

[2] Van der Straete, I. en Put, J. (2004). Het gedeeld beroepsgeheim en het gezamenlijk beroepsgeheim – Halve smart of dubbelleed? Rechtskundig Weekblad, 68 (2), p. 53. 

[3] Van der Straete, I. en Put, J. (2004). Het gedeeld beroepsgeheim en het gezamenlijk beroepsgeheim – Halve smart of dubbelleed? Rechtskundig Weekblad, 68 (2), p. 53; Moreau, T., (2013). Chapitre XXV - La violation du secret professionnel. In Bosly, H.D., & De Valkeneer, C., (eds.). Les infractions. Volume V. Les infractions contre l’ordre public. Bruxelles : Larcier, p. 716. 

[4] Moreau, T., (2013). Chapitre XXV - La violation du secret professionnel. In Bosly, H.D., & De Valkeneer, C., (eds.). Les infractions.Volume V. Les infractions contre l’ordre public. Bruxelles : Larcier, p. 716; Van der Straete, I., & Put, J. (2005) Beroepsgeheim en hulpverlening. Brugge: Die Keure, p. 220. 

[5] Van der Straete, I. en Put, J. (2004). Het gedeeld beroepsgeheim en het gezamenlijk beroepsgeheim – Halve smart of dubbelleed? Rechtskundig Weekblad, 68 (2), p. 53-54. 

[6] Versweyvelt, A.-S, Put, J., Opgenhaffen, T. en Van der Straete, I. (2018). Beroepsgeheim en hulpverlening. Brugge: Die Keure, p. 226. 

[7] Zie de verwijzing naar Balthazar, T. (2000). Arts, werknemer en sociaal verzekerde. De taak van de arts bij de toepassing van het sociaal recht. Proefschrift UGent, p. 641. In Blockx, F. (2013). Het beroepsgeheim. Antwerpen: Intersentia, p. 99. 

[8] Hausman, J.-M. (2016). Droits et obligations du patient et du psychologue clinicien. In Hausman, J.-M., & Schamps, G. (dir.).  Aspects juridiques et déontologiques de l’activité de psychologue clinicien. Bruylant : Bruxelles, p. 228. 

[9] Dierickx, A., & Buelens, J. (2012). Het gedeeld beroepsgeheim erkend door het Hof van Cassatie. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2012 (2), p. 149 (geraadpleegd viawww.jurisquare.be). 

[10] Balthazar, T. (2004). Het gedeeld beroepsgeheim is geen uitgesmeerd beroepsgeheim. Tijdschrift voor gezondheidsrecht, 2004 (2), p. 145 (geraadpleegd viawww.jurisquare.be). 

[11] Versweyvelt, A.-S., Put, J., Opgenhaffen, T. en Van der Straete, I. (2018). Beroepsgeheim en hulpverlening. Brugge: Die Keure, p. 221. 

[12] Opgenhaffen, T., Put, J., & Tans, A. (2017). Informatie-uitwisseling tussen artsen en hulpverleners: het beroepsgeheim als splijtzwam of bindmiddel. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2017 (1), p. 10. Geraadpleegd via (www.jurisquare.be). 

[13] Hausman, J.-M. (2016). Droits et obligations du patient et du psychologue clinicien. In Hausman, J.-M., & Schamps, G. (dir.).  Aspects juridiques et déontologiques de l’activité de psychologue clinicien. Bruylant : Bruxelles, p. 228. 

[14] Versweyvelt, A.-S.,, I., & Put, J., Opgenhaffen, T. en Van der Straete, I. (2018). Beroepsgeheim en hulpverlening. Brugge: Die Keure, p. 225. 

[15] Wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg.