Publiciteit door psychologen

Mag u reclame maken voor uw praktijk? Zo ja, moet u daarbij bepaalde regels in acht nemen?
Dit zijn ongetwijfeld vragen die u uzelf reeds heeft gesteld. In onderstaande tekst lichten wij voor u de relevante wettelijke bepalingen toe waaraan u zich als psycholoog dient te houden.


Welke wettelijke bepalingen dient u na te leven?
Artikel 39 van de deontologische code bevat de regels omtrent publiciteit die door alle psychologen moeten worden nageleefd en luidt als volgt:
“De psycholoog mag zijn diensten bekendmaken op voorwaarde dat hij ze objectief en op waardige wijze voorstelt zonder de reputatie van zijn vakgenoten te schenden. Hij onthoudt zich van elke colportage. Hij heeft de plicht, indien hij zijn titels en kwalificaties, zijn opleiding, zijn ervaring, zijn competentie, evenals zijn aansluiten bij een beroepsgroepering vermeldt, dit op een correcte wijze te doen.”

Daarnaast bevat artikel 31 van de Kwaliteitswet, dat enkel van toepassing is op klinisch psychologen, het volgende:
Ҥ1. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder praktijkinformatie verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk.
§ 2. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd:
1° de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn;
2° de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben.
De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.

Tot slot bepaalt artikel 127 §2 van de Ziekteverzekeringswet, tevens enkel van toepassing voor klinisch psychologen, het volgende:
« In alle gevallen is publiciteit verboden waarin de kosteloosheid van de in artikel 34 bedoelde geneeskundige verstrekkingen wordt vermeld of waarin wordt verwezen naar de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van die verstrekkingen. »

Welke implicaties hebben deze wettelijke bepalingen?
Hieruit vloeit voort dat voor alle psychologen colportage/ronseling en publiciteit van elkaar moeten worden onderscheiden.
- Colportage/ronseling betekent het actief zoeken naar potentiële cliënten/patiënten om hen tijdens een persoonlijk contact diensten aan te bieden. Deze vorm van publiciteit is formeel verboden. Dit is overigens het geval voor alle gereglementeerde vrije beroepen.
- Publiciteit, daarentegen, staat gelijk aan alle publieke mededelingen die tot doel hebben zichzelf of de kwaliteit van de beroepspraktijk bekend te maken. Dit is wel toegelaten. De klinisch psychologen moeten in zoverre de praktijkinformatie de kwaliteit van de beroepspraktijk betreft, wel bijkomend voldoen aan de voorwaarde dat deze wetenschappelijk onderbouwd moet zijn.

Uiteraard moeten alle psychologen, als beoefenaars van een gereglementeerd beroep, ook de andere regels van hun beroep respecteren. Meer bepaald moeten alle psychologen ingeval ze gebruik maken van publiciteit onder meer de waardigheid en integriteit van het psychologenberoep respecteren, hun onafhankelijkheid bewaren en het beroepsgeheim beschermen.
De volgende persoonlijke reclame is te allen tijde verboden voor alle psychologen: advertenties met vergelijkende referenties die het toelaten om cliënten/patiënten van psychologen te identificeren of die naar financiële voorwaarden verwijzen. Psychologen dienen bovendien te vermijden dat derden over hun activiteit reclame maken die indruist tegen de deontologische code.
Verder is het, op basis van artikel 127 §2 van de Ziekteverzekeringswet, verboden voor klinisch psychologen om in de publiciteit melding te maken van:
- het gratis karakter van de geleverde verstrekkingen;
- de tegemoetkoming van de verplichte ziekteverzekering in de kostprijs van deze verstrekkingen.

Deze publiciteitsregel in de Ziekteverzekeringswet is relevant voor klinisch psychologen in het kader van de mogelijke terugbetaling door het RIZIV van door hen verstrekte zorg (wat momenteel neerkomt op de mogelijke tegemoetkoming die in het kader van de RIZIV conventie geboden kan worden voor eerstelijnspsychologische zorg). Voor meer informatie over het bovenstaande verwijzen wij graag naar de website van het RIZIV via deze link.
Dit neemt niet weg dat alle psychologen, met inbegrip van de klinisch psychologen, de deontologische plicht hebben om vooraf te communiceren over de financiële implicaties van hun tussenkomst (zie art. 37 DC).
De hierboven beschreven reclameregels gelden voor alle vormen van informatieverspreiding, inclusief internet en Facebook.
Flyers
Flyers die worden verspreid in de context van andere hulpverleners, zoals in wachtkamers van artsen, lijken geen probleem. Het verspreiden van flyers op plekken die niet direct met hulpverlening te maken hebben (zoals bij een bakker, supermarkt) zou echter wel kunnen worden gezien als actief wervend gedrag en kan daardoor als strijdig met de deontologie worden beschouwd.